10 '' ERW stalen buis voor watertransportlijn, ERW gelaste buis

Vakmanschap, afwerking en uitstraling  van A53

1. De buizenfabrikant moet een voldoende aantal visuele onvolkomenheden in het oppervlak onderzoeken om een ​​reden hiervoor te geven-kunnen garanderen dat ze goed zijn beoordeeld op diepgang

2 Oppervlakte-imperfecties die meer dan 12,5 doordringen% van denominale wanddikte of inbreuk op de minimale wanddikte worden als gebreken beschouwd.

3 Bij de koper’Naar goeddunken zal de pijp sub-wordt afgekeurd als oppervlaktedefecten die zijn gerepareerd volgens 2,niet verspreid zijn, maar over een groot gebied verschijnen dat groter is dan wat als een ambachtelijke afwerking wordt beschouwd. Dis-De positie van een dergelijke leiding is een kwestie van overeenstemming tussen de fabrikant en de koper.

4 Wanneer onvolkomenheden of defecten door slijpen worden verwijderd, moet een glad, gebogen oppervlak behouden blijven en mag de wanddikteniet kleiner worden dan toegestaan ​​door deze specificatie. Het is toegestaan ​​om de buitendiameter op het slijppunt te verkleinen met de aldus verwijderde hoeveelheid.

5 De buis mag geen deuken groter dan 10 bevatten% van de buisdiameter of 1⁄4 inch [6 mm], welke kleiner is, gemeten als een opening tussen het laagste punt van de deuk en een verlenging van de oorspronkelijke contour van de buis. Koud-gevormde deuken dieper dan 1⁄8 inch [3 mm] moet vrij zijn van scherpe bodemgutsen; het is toegestaan ​​de gutsen te verwijderen door middel van slijpen, op voorwaarde dat de resterende wanddikte binnen de gespecificeerde grenzen blijft. De lengte van de deuk mag in geen enkele richting groter zijn dan de helft van de buisdiameter.

Specificatie:

Test:

1. De proefmonsters en de tests die door deze specificatie worden vereist, moeten voldoen aan die beschreven in de meest recente uitgave van Testmethoden en definities A 370.
2. Het proefstuk voor de trekproef in de lengterichting moet worden genomen vanaf het uiteinde van de buis of, bij continu gebruik-gelaste buis mag deze van de skelp worden genomen, op een punt van ongeveer 90 graden.° van de las, en magniet worden afgeplat tussen maatmarkeringen. De zijkanten van elk monster moeten evenwijdig zijn tussen de merktekens. Desgewenst mogen de trekproeven op het volledige buisgedeelte worden uitgevoerd. Wanneer hetniet praktisch is om een ​​proefmonster in zijn volledige doorsnede te trekken,
de standaard 2-in. [50-mm] lengtespanningstest speci-mannen getoond in figuur A2.3 van testmethoden en definities
Een 370 is acceptabel.
3. Dwarslasproefstukken van elektrisch-weerstand-gelaste buizen moeten worden genomen met de las in het midden van het monster. Alle dwarsproefstukken moeten ongeveer 1 1 zijn⁄2in. [40 mm] breed in de maatlengte en moet de volledige wanddikte vertegenwoordigen van de buis waaruit het monster is gesneden.
4. Proefstukken voor de buig- en afvlakkingsproeven moeten uit de buis worden genomen. Proefmonsters voor de afvlakkingsproef moeten aan de uiteinden glad zijn en vrij van bramen.
5. Alle monsters moeten bij kamertemperatuur worden getest.